In deze blogserie ‘het ABC voor je bevalling’ deel ik graag al die tips en tools die je zo toe kunt passen. Dingen die je eigenlijk altijd al bij je hebt of in vrijwel elke omgeving te vinden zijn – of waar je niks voor nodig hebt om ze toe te passen. 

 

Vandaag in deze serie: de F van Fysiologie

 

We praten er bij niet over: de manier waarop jouw lichaam de bevalling regelt. Maar er gebeurt stiekem heel veel. Er vindt een perfect afgestemd proces plaats dat in de basis door hormonen geleid wordt. Het is een ongelofelijk delicate balans en kan alleen plaatsvinden wanneer je je veilig, geliefd en onbekeken voelt. Het is een vergelijkbare hormonale dans als wanneer je vrijt. Een bekende Amerikaanse vroedvrouw heeft dan ook de uitspraak “What gets the baby in, gets the baby out.” gedaan. Voor een fijne bevalling, heb je in de kern hetzelfde nodig als voor fijne seks.

 

Omgeving

Daarbij kun je denken aan praktische zaken als de hoeveelheid licht, de geluiden om je heen, de temperatuur van de ruimte etc. Over het algemeen is gedempt licht fijn, zachte verlichting of (elektrische) kaarsen creëren een rustige sfeer en vaak dempen mensen dan automatisch ook hun stem. Bevallingen beginnen vaak ’s nachts om soms bij het ochtendgloren weer tot stilstand te komen – evolutionair gezien is het ’s nachts veiliger – daarom kan het fijn zijn overdag de gordijnen dicht te houden en lekker in je cocon te blijven.

Ook geluiden hebben impact, zowel in positieve als in negatieve zin. Geluiden, zoals die van de natuur of muziek waar je van houdt kan een fijne en ontspannen sfeer creëeren. Maar als je schrikt van harde geluiden, kan je stressreactie geactiveerd worden en je bevalling vertragen. Ook een prettige omgevingstemperatuur helpt: je kunt je moeilijk ontspannen wanneer je het te koud hebt (en je lichaam zich samentrekt) of wanneer je het te warm hebt.

 

Geboorteteam

Belangrijker nog dan je omgeving zijn de mensen om je heen: bij wie voel je je veilig en vertrouwd? Wie wil je erbij? Vaak is dat je partner, soms je moeder, een zus of vriendin of een doula. Maar ook je zorgverleners zijn belangrijke leden van je geboorteteam en idealiter hebben zij een zelfde visie hebben op zwangerschap, bevalling en de periode daarna als jij. (Lees daar meer over in de blogserie over het kiezen van je zorgverleners.) Dat is niet altijd vanzelfsprekend. Daarom is het slim niet te wachten op de ‘geboorteplan bespreking’ ergens tussen de 34 en 36 weken zwangerschap, maar je wensen, voorkeuren en vragen gedurende je hele zwangerschap met je verloskundige of gynaecoloog te bespreken.

 

Fysiologie tijdens de bevalling

De hormonen die je bevalling regelen zijn hormonen die we aanmaken in een ontspannen toestand. Een van deze hormonen oxytocine, dat ook wel het liefdes- of knuffelhormoon genoemd wordt en een belangrijke rol speelt in hechting.  Dit hormoon zorgt voor kalmte en verbinding en regelt het ritme van de bevalling door de baarmoeder te stimuleren. Wanneer je je angstig of onveilig voelt, veroorzaakt dat een vechten-of-vluchten-reactie en komen stresshormonen zoals cortisol en adrenaline in onze bloedbaan vrij.

Wanneer dit systeem van vechten of vluchten wordt geactiveerd, heffen deze stresshormonen de aanmaak van oxytocine op. Het lichaam voelt zich onveilig en zal daarom de bevalling stoppen of vertragen totdat het zich weer veilig voelt. Daarnaast zorgt angst voor meer spanning in je lichaam en een groter bewustzijn van sensaties die op gevaar kunnen wijzen en daarmee voel je meer pijn. Deze cyclus versterkt zichzelf, en daarom is het belangrijk deze te herkennen en bewust weer veiligheid en ontspanning te creëren. Stel jezelf dan ook de vraag: wat heb ik nu nodig om me veilig, geliefd en ontspannen te voelen?

Als je hebt gekozen voor een poliklinische bevalling of ingestuurd wordt naar het ziekenhuis, moet je je tijdens de bevalling gaan verplaatsen. Daardoor kun je ook uit je ‘bevalbubbel’ komen en worden cortisol en adrenaline geactiveerd (en dat is heel normaal, want anders zouden we niet kunnen functioneren: we hebben ook perioden van alertheid nodig). Geef jezelf de tijd om op de nieuwe plek weer even terug in de bevalling te komen: pak je ritme, ritueel en ontspanning weer op of creëer een nieuwe. Zorg voor een fijne sfeer en maak het jezelf comfortabel. Maak het samen fijn en zoek naar dingen die je helpen ontspannen. Je kunt overwegen om te vragen of de CTG (bij een overdracht op medische indicatie) pas na een half uurtje na aankomst kan, als je gesetteld bent. 

Oefening

Sta de komende week eens stil bij de omstandigheden die maken dat je je veilig, geliefd en serieus genomen voelt: wanneer is dat? Wanneer juist niet? Hoe voelt dat in je lijf? Knijpt je keel dicht, krijg je een weeïg gevoel in je maag, ligt er een steen in je buik? De fysieke sensaties zijn voor iedereen anders. Ga op ontdekkingtocht wanneer en hoe je lijf aangeeft dat je je niet veilig, niet gehoord en gezien of geliefd voelt. Hoe voelt je lijf al dat wél zo is?  Kijk of je de situatie kunt ombuigen. Wat heb je daarvoor nodig? Hoe vaker je hiermee in de zwangerschap aan de slag gaat, hoe makkelijker het wordt om ook tijdens de bevalling te doen. Deel daarom ook je bevindingen met je partner: hoe kan die gevoelens veiligheid en onveiligheid herkennen en wat wil je dan graag?

Leer de sensaties van je lichaam kennen en geniet ervan om je lichaam te volgen! Hoe meer je deze sensaties serieus neemt en ernaar handelt, hoe veiliger je je zult gaan voelen.

 

Wil jij je toolkit verder aanvullen? Lees dan volgende week het nieuwe blog in deze serie: de G van Geluid.